kas

als woordenboektrefwoord:

kas:
v. (-sen), doos ; foedraal; bergplaats voor geld; geld, contanten. kasje, o. (-s).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kas (zn) :
broeikas, plantenkas, serre, platte bak
kas (zn) :
geldla, kasregister, geldkistje
kas (zn) :
geld, contanten, kasgeld
kas (zn) :
doos, kast, foedraal
kas (zn) :
geldbergplaats
kas (zn) :
lichaam, buik
kas (zn) :
geldvoorraad
kas (zn) :
kassa, loket
kas (zn) :
doos, kist
kas (zn) :
broeibak
kas (zn) :
oogholte

als synoniem van een ander trefwoord:

lichaam (zn) :
lijf, romp, kas, ribbenkast, constitutie, gestel, karkas, torso, bast, corpus, body, middengedeelte
huis (zn) :
kas, omhulsel, huls, behuizing, omkleding, hulsel, omkleedsel
geldkas (zn) :
kassa, kas, kasregister, geldmiddelen, geldlade, geldkast
contanten (zn) :
kas, kasgeld, cash
kast (zn) :
kas
pot (zn) :
kas

woordverbanden van ‘kas’ grafisch weergegeven

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.