klinken

als woordenboektrefwoord:

klinken:
(klonk, geklonken), weergalmen ; luiden; door kloppen vastslaan.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klinken (ww) :
luiden, hoorbaar zijn, rinkelen, weerklinken, schallen, schetteren, opklinken
klinken (ww) :
vastspijkeren, spijkeren, nagelen, vastnagelen, vastklinken
klinken (ww) :
voorkomen, lijken, aandoen, toeschijnen
klinken (ww) :
drinken, proosten, toosten
klinken (ww) :
luiden, galmen, beieren
klinken (ww) :
vastsmeden

als synoniem van een ander trefwoord:

lijken (ww) :
voelen, voorkomen, ogen, ruiken, klinken, aanvoelen, aandoen, eruitzien, toelijken
gaan (ww) :
luiden, bellen, klinken, aflopen, aanslaan, afgaan, rinkelen, klingelen, beieren
aanstoten (ww) :
klinken, proosten, duwen, porren, aanduwen
slaan (ww) :
luiden, klinken, beieren
proosten (ww) :
aanstoten, klinken
luiden (ww) :
klinken, schallen

woordverbanden van ‘klinken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

galmen:
klinken, luiden
klinken:
lassen
klinken:
luiden, galmen
lassen:
klinken, hechten, snoeren, verbinden
luiden:
klinken, galmen

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 309:

klank geven, klinken

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.