prul

als woordenboektrefwoord:

prul:
o. (-len), nietig ding ; dom mens.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

prul (zn) :
prullaria, onding, vod, lor, leur, frul
prul (zn) :
kleinigheid, snuisterij
prul (zn) :
klungel, knoeier, pruts
prul (zn) :
nul, lummel, lammeling
prul (zn) :
nesterij

als synoniem van een ander trefwoord:

snuisterij (zn) :
kwik, prulletje, prul, fantasieartikel, dingsigheidje, dingetje, bibelot, beuzelarij
vod (zn) :
vaatdoek, lomp, dweil, doek, prul, lap, lor, vodde, tod
vod (zn) :
klungel, prul, pruts, leur
leur (zn) :
kleinigheid, prul, vod
pruts (zn) :
spul, prul, vod
snert (zn) :
rommel, prul
klungel (zn) :
prul, vod
kleinigheid (zn) :
prul
lor (zn) :
prul

woordverbanden van ‘prul’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c