aangrenzend

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aangrenzend (bn) :
naast, neven, ernaast, naburig, annex, nevens, aanpalend, belendend, naastliggend, naastgelegen, grenzend, erneven, aanliggend, aangelegen

als synoniem van een ander trefwoord:

aanliggend (bn) :
naast, aangrenzend, neven, ernaast, naburig, nevens, aanpalend, belendend, naastliggend, naastgelegen, grenzend, erneven, aangelegen
naburig (bn) :
naast, aangrenzend, nabij, omliggend, aanpalend, belendend, nabijgelegen, aanliggend
naast (bn) :
aangrenzend, volgend, nabij, eerstvolgend, dichtstbijzijnd, naburig, eerstkomend
annex (bn) :
aangrenzend, bijbehorend
aangelegen (bn) :
aangrenzend
belendend (bn) :
aangrenzend

woordverbanden van ‘aangrenzend’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aangelegen, aangrenzend, aanliggend, belendend worden eigenlijk gebezigd van huizen en landerijen, wier grenzen elkander aanraken. Overdrachtelijk gebruikt men aangelegen van onstoffelijke dingen, die iemand aangaan. In dezen zin is het synoniem met belangrijk enz. Zie aldaar.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

aangrenzend
verafgelegen

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c