afschieten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

afschieten (ww) :
afsteken, afvuren, lanceren
afschieten (ww) :
afmaken, doodschieten
afschieten (ww) :
losschieten
afschieten (ww) :
wegschieten
afschieten (ww) :
toesnellen

als synoniem van een ander trefwoord:

afvuren (ww) :
afschieten, lossen, lanceren
lanceren (ww) :
afschieten, werpen, afvuren
afmaken (ww) :
afschieten, afslachten
lossen (ww) :
afschieten, afvuren
ontladen (ww) :
afschieten, afvuren
afsteken (ww) :
afschieten
losbranden (ww) :
afschieten
schieten (ww) :
afschieten
verschieten (ww) :
afschieten

woordverbanden van ‘afschieten’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Buskruit of andere ontplofbare stoffen in een vuurwerktuig doen ontbranden. Afsteken, lossen en losbranden zien alleen op de ontbranding van de stof, afschieten en afvuren zien op de gevolgen er van. Vuurwerk afsteken, doch een geweer afschieten, of een kanon afvuren. Onder het lossen van het geschut. Afschieten wordt in het algemeen gezegd van alle schietwerktuigen, als geweer, boog, windroer, kanon, terwijl afvuren en lossen alleen van schiet-geweer of geschut, dat met kruit geladen is, gebruikt worden. Losbranden wordt meest zonder voorwerp gebruikt. Hij brandde in het wilde er op los, en liep toen weg, met achterlating van zijn geweer.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 125:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 139:

afsteken, afschieten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0097 nc