glans

als woordenboektrefwoord:

glans:

m. (-en), schittering, praal.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

glans (zn) :

luister, aanzien, uitstraling, straling, glorie, pracht, gloed, straal, heerlijkheid, glitter, praal, schijnsel, virtuositeit, nimbus, gloor

glans (zn) :

schijn, schittering, gloed, schijnsel, fonkeling, blink, glinstering, flikkering

glans (zn) :

poetsmiddel, vernis, politoer

glans (zn) :

opvrolijking, opflikkering

glans (zn) :

eikel

als synoniem van een ander trefwoord:

pracht (zn) :

rijkdom, luister, grootheid, glans, schittering, parade, schoonheid, luxe, uithaal, vertoon, heerlijkheid, grootsheid, pronk, praal, weelderigheid, splendeur, staatsie

aanzien (zn) :

grootheid, luister, glans, hoogheid, eer, betekenis, invloed, gewicht, achting, prestige, hoogachting, air, achtbaarheid, egard

praal (zn) :

luister, glans, schittering, parade, uithaal, pracht, vertoon, glamour, pronk, splendeur, staatsie

uithaal (zn) :

luister, glans, parade, vertoning, pracht, vertoon, glamour, pronk, praal, splendeur

glinstering (zn) :

glans, glimp, weerschijn, fonkeling, spiegeling, flikkering, genster

schijn (zn) :

schaduw, glans, licht, waas, schijnsel, lichtuitstraling

luister (zn) :

glans, schittering, straling, flonkering, nimbus, gloor

heerlijkheid (zn) :

luister, geluk, glans, roem, glorie, pracht, gloria

schittering (zn) :

luister, glans, pracht, glitter, fonkeling, blink

glitter (zn) :

glans, schittering, flikkering

gloed (zn) :

glans, schijnsel, weerschijn

blink (zn) :

glans, schittering

straal (zn) :

glans, flikkering

afstraling (zn) :

glans, weerglans

nimbus (zn) :

luister, glans

weerschijn (zn) :

glans, gloed

fleur (zn) :

glans

woordverbanden van ‘glans’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: