greep

als woordenboektrefwoord:

greep:
m. (grepen), het grijpen.
greep:
v. (grepen), gevest; handvol; mestvork.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

greep (zn) :
macht, beheersing, vat, houvast, controle, grip
greep (zn) :
handgreep, handvat, heft, gevest
greep (zn) :
handje, portie, klauw, handvol
greep (zn) :
handgreep, vingerzetting
greep (zn) :
omvatting
greep (zn) :
mestvork
greep (zn) :
invloed

als synoniem van een ander trefwoord:

macht (zn) :
gezag, overheersing, greep, kracht, sterkte, uitwerking, heerschappij, stortvloed, invloed, potentie, vermogen, overwicht, force
invloed (zn) :
gezag, effect, druk, greep, stimulans, macht, vat, uitwerking, autoriteit, zeggenschap, gewicht, inwerking, overwicht
handvat (zn) :
oor, knop, greep, handgreep, kruk, hecht, klink, grip, heft, steel, hendel, hengsel, gevest
houvast (zn) :
greep, steunpunt, vat, steun, ruggensteun, grip, vastigheid, aanknopingspunt
controle (zn) :
overheersing, greep, macht, beheersing, heerschappij, grip, bedwang
handel (zn) :
greep, handgreep, kruk, hefboom, handvat, hendel, zwengel
ruk (zn) :
schok, trek, haal, draai, greep, stoot, nop, hort, snok
vat (zn) :
greep, houvast, houder, handvat, heft
heft (zn) :
greep, handgreep, hecht, handvat
vat (zn) :
greep, houvast, invloed, grip
pak (zn) :
greep

woordverbanden van ‘greep’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c