hechten

als woordenboektrefwoord:

hechten:
(hechtte, gehecht), verbinden ; vastmaken; kleven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hechten (ww) :
naaien, binden, verbinden, klemmen, toekennen, vastmaken, dichtnaaien, rijgen
hechten (ww) :
hangen, gehecht zijn, verknocht zijn
hechten (ww) :
kleven, houden, vastplakken
hechten (ww) :
toekennen
hechten (ww) :
binden

als synoniem van een ander trefwoord:

verbinden (ww) :
samenvoegen, vastzetten, voegen, hechten, binden, schakelen, aansluiten, samenvatten, bundelen, breien, paren, verenigen, lassen, koppelen, combineren, vastmaken, associëren, engageren, aaneenschakelen, aaneenvoegen, aanhechten, vasthechten, conjugeren, samenbundelen, samenbinden, aaneensluiten, liëren, verenen
binden (ww) :
vastzetten, hechten, vastbinden, strikken, vasthouden, bevestigen, knopen, knevelen, vastknopen
bevestigen (ww) :
hechten, verbinden, aanhangen, vastbakken, aankoppelen, aanhechten
naaien (ww) :
verstellen, stikken, hechten, rijgen, afhechten, vastnaaien
houden (ww) :
hechten, blijven plakken, vastzitten, blijven zitten
hangen (ww) :
kleven, hechten, gehecht zijn, vastzitten, steken

woordverbanden van ‘hechten’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

hechten
loslaten

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.