zwijn

als woordenboektrefwoord:

zwijn:
o. (-en), varken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zwijn (zn) :
bof, gelukje
zwijn (zn) :
veelvraat
zwijn (zn) :
varken
zwijn (zn) :
vuilak

als synoniem van een ander trefwoord:

geluk (zn) :
meevaller, voorspoed, fortuin, welvaart, buitenkans, treffer, welzijn, zwijn, mazzel, heil, bof, zaligheid, weelde, chance, gelukzaligheid, slagboeg, meeval, hazard, dikoor, veine
veelvraat (zn) :
vreetzak, lekkerbek, zwijn, smulpaap, schrokker, schrokop, slokop, gulzigaard
varken (zn) :
beer, zwijn, zeug, big, krulstaart

woordverbanden van ‘zwijn’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 387:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.