gebroken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gebroken (bn) :
verbitterd, diep bedroefd, terneergeslagen, gedesillusioneerd
gebroken (bn) :
stuk, aan stukken, kapot, aan diggelen, gescheurd
gebroken (bn) :
gebrekkig, hakkelend, stamelend
gebroken (bn) :
op, kapot, afgepeigerd
gebroken (bn) :
verzwakt, geknakt

als synoniem van een ander trefwoord:

zwak (bn) :
kwetsbaar, gevoelig, versleten, wrak, week, wankel, mat, hulpbehoevend, gebroken, machteloos, krachteloos, teer, slap, gebrekkig, lamlendig, gammel, broos, afgeleefd
kapot (bn) :
stuk, van zijn stuk, diep bedroefd, verslagen, gebroken, ontzet, kaduuk, naar de maan, naar de knoppen, naar de filistijnen, kapoeres
stuk (bn) :
beschadigd, in stukken, buiten werking, gebroken, defect, kapot, onklaar, gescheurd, aan gruzels
kapot (bn) :
beschadigd, gebroken, gescheurd

woordverbanden van ‘gebroken’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

gebroken
heel, ongebroken

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c