grillig

als woordenboektrefwoord:

grillig:
bn. bw. (-er, -st), ongestadig ; zonderling.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

grillig (bn) :
humeurig, onvoorspelbaar, onregelmatig, wispelturig, veranderlijk, nukkig, korzelig, maniakaal, ongestadig, lunatiek, kronkelend, capricieus, luimig
grillig (bn) :
wonderlijk, vreemd, eigenaardig, eigenzinnig
grillig (bn) :
barok

als synoniem van een ander trefwoord:

onbestendig (bn) :
twijfelachtig, vluchtig, onzeker, grillig, wispelturig, instabiel, wisselvallig, veranderlijk, vergankelijk, onstabiel, onvast, buiig, weifelend, onstandvastig, ongestadig, mutabel
vreemd (bn) :
ongewoon, bijzonder, dwaas, buitengewoon, wonderlijk, raar, merkwaardig, onbegrijpelijk, eigenaardig, apart, grillig, gek, grappig, zonderling, curieus, wonderbaar, onverklaarbaar
veranderlijk (bn) :
wisselend, wankel, onzeker, grillig, wispelturig, wisselvallig, onbestendig, onvast, buiig, vlinderachtig, proteïsch, onstandvastig, ongestadig, kameleontisch
bizar (bn) :
opwindend, ongewoon, wonderlijk, afwijkend, vreemd, grillig, gek, absurd, zonderling, excentriek, buitenissig, freakachtig, bevreemdend
nukkig (bn) :
grillig, wispelturig, eigenzinnig, kribbig, bokkig, chagrijnig, vinnig, sikkeneurig, wrevelig, snibbig, nurks, capricieus
wispelturig (bn) :
humeurig, grillig, wisselvallig, veranderlijk, onbestendig, nukkig, buiig, onstandvastig, capricieus, luimig
ongestadig (bn) :
wankel, grillig, wispelturig, veranderlijk, onbestendig, ongedurig, vlinderachtig, veranderend, wuft
humeurig (bn) :
knorrig, grillig, ontstemd, nors, kribbig, nukkig, brommerig, balorig, korzelig, buiig, gemelijk
onberekenbaar (bn) :
onbetrouwbaar, onvoorspelbaar, grillig, wispelturig, wisselvallig, onvast, capricieus
luimig (bn) :
grillig, wispelturig, nukkig, capricieus
versatiel (bn) :
grillig, wispelturig, onstandvastig
barok (bn) :
grillig, overdadig, overvloedig
onregelmatig (bn) :
grillig, barok
balsturig (bn) :
grillig

woordverbanden van ‘grillig’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 36:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

grillig
regelmatig, stabiel

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c