klerk

als woordenboektrefwoord:

klerk:
m. (-en), kantoorbediende, schrijver.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klerk (zn) :
schrijver, pennenlikker, opsteller, kantoorbediende, inktkoelie

als synoniem van een ander trefwoord:

ambtenaar (zn) :
diplomaat, bestuurder, functionaris, beambte, administrateur, bureaucraat, klerk, magistraat, staatsdienaar, staatsambtenaar, rijksambtenaar, referendaris, overheidsdienaar, landsdienaar, ambtsdrager, commies, dignitaris, apparatsjik
bediende (zn) :
serveerster, ober, uitsmijter, portier, loopjongen, barman, koerier, butler, kelner, barkeeper, klerk, dienster, kantoorbediende, hulpkelner, aide-de-cuisine, kelnerin
schrijver (zn) :
auteur, secretaris, klerk, steller, kantoorbediende, scribent, penvoerder

woordverbanden van ‘klerk’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 159:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c

[foutje]