ongelijk

als woordenboektrefwoord:

ongelijk:
o. dwaling, verkeerde mening : zijn ongelijk bekennen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ongelijk (zn) :
verongelijking, onbillijkheid
ongelijk (zn) :
misvatting
ongelijk (zn) :
dwaling
ongelijk (bn) :
verschillend, uiteenlopend, ongelijksoortig
ongelijk (bn) :
onregelmatig, ruw, oneffen, geaccidenteerd
ongelijk (bn) :
oneffen

als synoniem van een ander trefwoord:

verschillend (bn) :
onderscheiden, afwijkend, ongelijk, anders, divers, verscheiden, velerlei, different, uiteenlopend, ongelijksoortig
ruw (bn) :
hard, grof, ruig, schraal, ongelijk, stroef, hobbelig, kriebelig, oneffen, getand, ecru, onzacht, zoor
onregelmatig (bn) :
afwijkend, ongelijk, ongeregeld, ongelijkmatig
hobbelig (bn) :
ongelijk, ruw, oneffen, bobbelig
geaccidenteerd (bn) :
ongelijk, golvend, heuvelig
ruig (bn) :
grof, ongelijk, ruw, oneffen

woordverbanden van ‘ongelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

ongelijk
constant, dito, eender, gelijk, hetzelfde, identiek

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c

[foutje]