reeds

als woordenboektrefwoord:

reeds:
bw. bereids, al.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

reeds (bw) :
vast, al, alvast, alreeds, bereids

als synoniem van een ander trefwoord:

vast (bw) :
voorlopig, al, alvast, ondertussen, reeds, intussen
al (bw) :
vast, alvast, reeds, bereids

woordverbanden van ‘reeds’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

al:
reeds, alreeds, alrede, bereids
reeds:
al

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

bereids, reeds, alrede, al

Adverbia, die eigenlijk aanduiden dat iets gereed is, m. a. w. dat het op een gegeven oogenblik al geschied is. Reeds is het gewone schrijftaal woord. Alreede is ouderwetsch; eigenlijk het is eene versterking van reede door al, dat ook op zich zelf, vooral in de spreektaal in dezen zin gebezigd wordt. Het geeft meestal aan, dat hetgeen men wachtende was, op het gegeven oogenblik verwezenlijkt is. Bereids is deftiger dan reeds.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

reeds
juist, laatst, nauwelijks, net, onlangs, pas, zojuist, zoëven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0016 c