bezoeken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bezoeken (ww) :
doorzoeken, inspecteren, onderzoeken, bijwonen, langskomen, opzoeken, bezichtigen, buurten, aangaan, langsgaan, langslopen, aanlopen, afkomen, aanwippen, binnenwippen
bezoeken (ww) :
reizen, bekijken, gaan zien
bezoeken (ww) :
beproeven, teisteren

als synoniem van een ander trefwoord:

opzoeken (ww) :
raadplegen, bezoeken, op bezoek komen, langskomen, op bezoek gaan, langsgaan, langslopen, binnenwippen
bezichtigen (ww) :
inspecteren, beschouwen, zien, bezoeken, schouwen
afgaan (ww) :
bezoeken, aflopen, afdalen, afzakken
afzien (ww) :
bezoeken, bezichtigen
aandoen (ww) :
aanleggen, bezoeken
frequenteren (ww) :
bezoeken, verkeren
overkomen (ww) :
komen, bezoeken
visiteren (ww) :
bezoeken

woordverbanden van ‘bezoeken’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Bezoeken is het algemeene woord; het geeft te kennen, dat men zich ergens heen begeeft, om zich te vergewissen van den toestand van de plaats, of van den persoon. Een bezoek afleggen bij iemand, is iemand bezoeken, met de bijgedachte dat men er door de maatschappelijke beleefdheidsvormen toe verplicht is; deze uitdrukking is deftiger en statiger dan een bezoek brengen, die meer gebruikt wordt in de taal van het dagelijksch leven met de beteekenis van een persoon uit beleefdheid of vriendschap bezoeken. Opzoeken is iemand gaan bezoeken uit vriendschap of belangstelling, en is gemeenzamer dan bezoeken. Kom me eens opzoeken.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c