buur

als woordenboektrefwoord:

buur:
m. (buren), buurman.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

buur (zn) :
buurvrouw, buurman, nabuur

als synoniem van een ander trefwoord:

gebuur (zn) :
buurvrouw, buurman, buur, nabuur
buurman (zn) :
buur

woordverbanden van ‘buur’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 462:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c