doos

als woordenboektrefwoord:

doos:
v. (dozen), een soort van kistje met deksel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

doos (zn) :
bus, trommel, kistje, blik, karton, omhulsel, box
doos (zn) :
bak, lik, bajes, gevang, nor
doos (zn) :
kut, schede

als synoniem van een ander trefwoord:

trommel (zn) :
doos, bus, koker, droogtrommel, blik, broodtrommel, cassette, remtrommel, lunchtrommel, koektrommel, beschuitbus
kut (zn) :
doos, vagina, pruim, poes, spleet, muis, trut, gleuf, vulva, flamoes, vrouwelijk geslachtsorgaan, schaamspleet
koker (zn) :
doos, trommel, etui, omhulsel, schede, holster, foedraal
foedraal (zn) :
overtrek, doos, huisje, koker, etui, schede, huls
cassette (zn) :
doos, koffertje, kistje, houder, geldkistje
trut (zn) :
doos, pruim, poes, muis, kut, gleuf, flamoes
blik (zn) :
trommel, doos, bus, blikje, kistje, bak
bus (zn) :
trommel, doos, blik, reservoir, bidon
pruim (zn) :
doos, poes, kut, trut, gleuf, flamoes
flamoes (zn) :
doos, poes, kut, trut, gleuf
pak (zn) :
doos, verpakking, karton
bak (zn) :
doos, kist, container
kas (zn) :
doos, kast, foedraal
kas (zn) :
doos, kist
box (zn) :
doos

woordverbanden van ‘doos’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

doos:
kist
kist:
bak, doos, koffer, krat

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c

[foutje]