dopen

als woordenboektrefwoord:

dopen:
(gedoopt), het toedienen van de doop ; een naam geven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

dopen (ww) :
te water laten, ten doop houden
dopen (ww) :
dompelen, soppen, drenken
dopen (ww) :
noemen

als synoniem van een ander trefwoord:

indopen (ww) :
onderdompelen, stippen, dippen, dopen, soppen, indompelen
doppen (ww) :
dompelen, dopen, soppen
kerstenen (ww) :
dopen, bekeren

woordverbanden van ‘dopen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

dompelen, dopen

Dompelen, (indompelen, onderdompelen) is een voorwerp geheel onder eene vloeistof houden; doopen het voorwerp er slechts even in steken. Men doopt beschuit in melk, men doopt zijne vingers in water, om er iets mede te besprenkelen. Dat besprenkelen zelf, wanneer het eene zinnebeeldige handeling is om iemand in een kerkgenootschap of geloofsgemeenschap op te nemen, noemt men ook doopen. Oudtijds geschiedde de doop door de bekeerden onder te dompelen. Figuurlijk: in rouw dompelen.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

dompelen, dopen

Nederwaarts in een vloeistof drukken.

Dompelen duidt aan, dat het voorwerp geheel in de vloeistof wordt gedrukt, doopen dat dit slechts gedeeltelijk geschiedt. Een lichaam, dat men in het water dompelt, wordt dichter. Men doopt zijn vingers in het water om er iets mee te besprenkelen. (Vandaar de tegenwoordige beteekenis van doopen in kerkelijken zin; vroeger was het werkelijk een in- of onderdompelen.)

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 84:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c