als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘dwars’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Dwars is wat tegen het rechte over-staat; schuin en scheef duiden de richting aan, die tusschen recht en dwars het midden houdt, met dit onderscheid, dat scheef gewoonlijk nog het bijdenkbeeld insluit van verkeerd staande. Iemand den voet dwars zetten. Dwars-drijven. Eene schuine lijn. Een scheeve neus.
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Niet rechtlijnig in betrekking tot andere voorwerpen.
Dwars duidt de richting der lijn aan, die rechthoekig op een ander staat. Hij zwom dwars door de gracht.
Is de snijding der richtingslijn niet rechthoekig, dan spreekt men van scheef en schuin. Hierbij duidt men door scheef aan, dat de richting verkeerd is, dat zij dus anders behoorde te zijn, hetgeen schuin niet onderstelt. Dit pad loopt schuin door het bosch. — Deze regel staat erg scheef. — Deze letters staan schuin (d. i. cursief) en die staan scheef (dus verkeerd).
in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 201:
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 152:
zie ook:
bij andere sites:
debug info: 0.0028 c