klungel

als woordenboektrefwoord:

klungel:
v. (-s), onbeduidend voorwerp; nietswaardig persoon; lor.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klungel (zn) :
sufferd, kluns, sukkel, knoeier, domoor, koekenbakker, beuzelaar
klungel (zn) :
prul, vod

als synoniem van een ander trefwoord:

sukkel (zn) :
dwaas, bloed, prutser, sufferd, idioot, debiel, mislukkeling, schaap, kruk, ziel, kluns, stommerik, peer, nul, stakker, stomkop, uilskuiken, druiloor, ei, ezel, klungel, oen, stommerd, dwaze, stommeling, domkop, sloeber, knoeier, domoor, imbeciel, zot, sul, stuntel, stumperd, sukkelaar, schlemiel, loser, onnozelaar, zwakzinnige, treuzelaar, schapenkop, lijs, bonhomme, cretin
kluns (zn) :
sufferd, sukkel, uilskuiken, klungel, oen, knoeier, klojo, sul, klungelaar
koekenbakker (zn) :
prutser, klungel, knoeier, stumper
stumper (zn) :
sufferd, kruk, rund, klungel
vod (zn) :
klungel, prul, pruts, leur
prul (zn) :
klungel, knoeier, pruts
lapzwans (zn) :
dwaas, kluns, klungel

woordverbanden van ‘klungel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord
werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c