krot

als woordenboektrefwoord:

krot:
o. (-ten), armoedig huisje.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

krot (zn) :
modder, slijk, drek
krot (zn) :
schuur, loods, keet
krot (zn) :
armoede
krot (zn) :
bouwval

als synoniem van een ander trefwoord:

armoede (zn) :
geldnood, ellende, nood, kaalheid, krot, gebrek, behoefte, ontbering, armoe, kommer, behoeftigheid, indigentie, miserie, nooddruft, merode, marode, dalles
modder (zn) :
slik, prut, blubber, smurrie, krot, bagger, flodder, slijk, derrie, moor
kot (zn) :
kooi, krot, hok, hutje
hok (zn) :
hut, krot, keet, kot
bouwval (zn) :
wrak, krot, ruïne
keet (zn) :
hut, krot, hok

woordverbanden van ‘krot’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0077 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.