onvast
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- onvast (bn) :
- wankel, aarzelend, onzeker, instabiel, labiel, onbestendig, broos, wankelbaar, waggelend, onstandvastig, onwis, tuitelig
- onvast (bn) :
- wisselend, wankel, instabiel, wiebelig, schommelend
- onvast (bn) :
- onzeker, beverig, weifelend
- onvast (bn) :
- licht
als synoniem van een ander trefwoord:
- onzeker (bn) :
- twijfelachtig, onbetrouwbaar, onbeslist, onveilig, gewaagd, wankel, onduidelijk, gevaarlijk, zwak, problematiek, wisselvallig, dubieus, veranderlijk, riskant, onbestendig, ongewis, hachelijk, onvast, precair, aleatoir, kwestieus, onwis
- onbestendig (bn) :
- twijfelachtig, vluchtig, onzeker, grillig, wispelturig, instabiel, wisselvallig, veranderlijk, vergankelijk, onstabiel, onvast, buiig, weifelend, onstandvastig, ongestadig, mutabel
- veranderlijk (bn) :
- wisselend, wankel, onzeker, grillig, wispelturig, wisselvallig, onbestendig, onvast, buiig, vlinderachtig, proteïsch, onstandvastig, ongestadig, kameleontisch
- los (bn) :
- open, vrij, wankel, apart, ongebonden, afzonderlijk, individueel, slap, eraf, uiteen, onverpakt, onvast, onderbroken, loshangend, beweegbaar, afneembaar
- onstandvastig (bn) :
- wankel, wispelturig, wisselvallig, ontrouw, veranderlijk, onbestendig, onstabiel, onvast, wankelmoedig
- instabiel (bn) :
- wankel, labiel, onevenwichtig, onbestendig, onstabiel, onvast, wankelbaar, onstandvastig
- onberekenbaar (bn) :
- onbetrouwbaar, onvoorspelbaar, grillig, wispelturig, wisselvallig, onvast, capricieus
- broos (bn) :
- kwetsbaar, zwak, teer, breekbaar, teder, fragiel, onvast, frêle, teertjes
- onzeker (bn) :
- aarzelend, twijfelend, verlegen, onvast, weifelend, twijfelmoedig
- broos (bn) :
- onbetrouwbaar, zwak, wisselvallig, vergankelijk, onvast
- wankel (bn) :
- onzeker, labiel, wiebelig, onstabiel, onvast, tuitelig
- aarzelend (bn) :
- halfslachtig, onvast, weifelachtig
- labiel (bn) :
- onvast, wankelbaar
woordverbanden van ‘onvast’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
- bouwvallig:
- vervallen, wankel, onvast, oud
- los:
- onvast, wankel, beweegbaar
- onvast:
- veranderlijk, wankel, onzeker
- twijfelachtig:
- onzeker, ongewis, onvast, wankel, onwaarschijnlijk, onduidelijk, dubbelzinnig, onbeslist, onbeslecht, betwistbaar
- veranderlijk:
- onvast, onzeker, ongestadig, ongedurig, onbestendig, onstandvastig, wankel, weifelend, wisselvallig, afwisselend, grillig, overhoop, wispelturig, twijfelmoedig, weifelmoedig
- wankel:
- wankelbaar, wankelmoedig, los, onvast, aarzelend, veranderlijk, twijfelmoedig, twijfelachtig
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
- onvast ≠
- vast
woorden met een verwante vorm:
zelfstandig naamwoord
bij andere sites:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
overige:
debug info: 0.0031 c
