schakel

als woordenboektrefwoord:

schakel:
v. (-s), kettingring; verbinding ; reeks.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schakel (zn) :
band, koppeling, link, ring, connectie, verbinding, schalm, verbindingsstuk, malie

als synoniem van een ander trefwoord:

verbinding (zn) :
band, aansluiting, samenstelling, dam, koppeling, binding, combinatie, samenhang, connectie, schakel, vereniging, samenvoeging, verband, relatie, bundeling, cohesie, coherentie, conjunctie, copulatie, junctie, schakeling, compound, samensmelting, aanhechting, samenkoppeling, aankoppeling, aaneenvoeging, vervlechting, aaneenschakeling, junctuur
band (zn) :
binding, schakel, verbinding, relatie, bondgenootschap, verstandhouding, verbondenheid, gevoelsband
link (zn) :
koppeling, samenhang, schakel, verbinding, verbindingsstuk
koppeling (zn) :
schakel, verbindingsstuk, koppelstuk
ring (zn) :
band, gordel, kring, cirkel, schakel

woordverbanden van ‘schakel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

schakel, schalm

In eigenlijke beteekenis de samenstellende deelen van een keten. Alleen schakel wordt overdrachtelijk gebezigd.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 150:

schakel, schalm

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c

[foutje]