schots

als woordenboektrefwoord:

schots:
v. (-en), ijsschol.
schots:
bw. (-er, -t), op ruwe wijze.
schots:
bn. (-er, meest -), scheef, verkeerd.
schots:
bn. van, uit, als in Schotland.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schots (bn) :
misselijk, draaierig, onpasselijk
schots (bn) :
bont, geruit, schotsbont
schots (bn) :
raar, gek, mal
schots (bn) :
onaangenaam
schots (bn) :
ijsschol
schots (zn) :
ijsschots, schol

als synoniem van een ander trefwoord:

onaangenaam (bn) :
koud, zuur, onvriendelijk, onaardig, schots, stuurs, nurks, onbeminnelijk
mal (bn) :
maf, dwaas, raar, dol, gek, grappig, schots, zot, mallotig
raar (bn) :
dwaas, onwijs, gek, mal, halfgaar, schots, zot, daas
misselijk (bn) :
schots, onpasselijk, mottig

woordverbanden van ‘schots’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c