als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘schuldeloos’ grafisch weergegeven
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Schuld is eigenlijk de verplichting om iets te voldoen, hetzij eene boete ter betering eener misdaad, hetzij eener geldsom. In de eerste beteekenis wordt het verder synoniem met zonde, d. i. met eene oorzaak van schuld. Deze beteekenis heeft schuld in schuldeloos: geen schuld of zonde in het algemeen hebbend; de eerste beteekenis van verplichting tot betering, voortvloeiende uit het plegen van een misdrijf heeft schuld in schuldig. Schuldig is dus schuld hebbend aan een misdrijf, eene misdaad begaan hebbende. Met de voorgevoegde ontkenning on- is onschuldig: geen deel hebbend aan een bepaald misdrijf; verder in het algemeen zonder zonde, zonder schuld. „Gelijk door eene misdaad de schuld gekomen is over de menschen zoo zijn degenen, die in Hem gelooven, door zijne schulddelging schuldeloos; maar men kan hen toch niet onschuldig heeten, want het feit, dat zij gezondigd hebben, blijft bestaan." Een onschuldig kind.
in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):
Zonder schuld.
Schuldeloos behoort meer tot den verheven stijl en beteekent: geheel zonder schuld of zonde zijn (dus meer in den zin der H. Schrift); onschuldig wil zeggen: geen schuld aan een bepaalde misdaad hebbende: Een onschuldige veroordeelen; verder beteekent het: zonder kennis des onderscheids van goed en kwaad; argeloos; ook onschadelijk. Een onschuldig kind. Een onschuldig middel.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 37:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0025 c