agent

als woordenboektrefwoord:

agent:
m. (-en), vertegenwoordiger; politiedienaar.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

agent (zn) :
wijkagent, politieman, kip, agente, politieagent, smeris, verkeersagent, politievrouw, politieagente, hoofdagent, pandoer
agent (zn) :
vertegenwoordiger, vertegenwoordigster, handelsagent, tussenpersoon, factoor
agent (zn) :
verdeler, zaakvoerder, depothouder

als synoniem van een ander trefwoord:

politie (zn) :
politieman, agent, kip, wetsdienaar, smeris, bink, diender, flik, juut, tuut, sjouter, politiebeambte, politieambtenaar, glimmerik, gerechtsdienaar, wout, pandoer, klabak
tussenpersoon (zn) :
makelaar, agent, bemiddelaar, intermediair, commissionair, middelaar, vertrouwensman, verbindingsman, contactpersoon
politieagent (zn) :
politie, politieman, agent, kip, stille, smeris, bink, diender, flik, tuut, gardevil, blauwe, wout, koddebeier, klabak
vertegenwoordiger (zn) :
agent, dealer, zaakvoerder, handelsagent, concessiehouder
pandoer (zn) :
politieman, agent, smeris, flik, klabak
zaakvoerder (zn) :
agent, vertegenwoordiger
vertegenwoordiger (zn) :
agent, handelsreiziger

woordverbanden van ‘agent’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.