als woordenboektrefwoord:
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘bodem’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Bodem heet het grondvlak van een vat, mand, kist of eenig voorwerp, dat tot berging dient. Bij uitbreiding ook fig. van de zee, een afgrond enz. gebezigd. Zijn glas tot op den bodem leegdrinken. Hij kan den bodem van zijn geldkist zien. Grond noemt men het grondvlak met betrekking tot hetgeen er zich boven bevindt, of er door gedragen wordt. Grond is dus de oppervlakte der aarde, als de draagster van alles wat er uit voorkomt of er op rust. Men plant een boom in den grond. Men zit op den grond. Bedding, dat wel met bodem maar niet met grond synoniem is, noemt men den bodem der rivieren en den vloer der sluizen, alsmede de plankenzoldering, waarop het geschut rust.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 383:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0022 c