gedaante

als woordenboektrefwoord:

gedaante:
v. (-n), voorkomen, vorm; gelaatstrekken; toestand.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gedaante (zn) :
figuur, uiterlijk, gestalte, verschijning, verschijningsvorm
gedaante (zn) :
figuur, vorm, uiterlijk, gestalte

als synoniem van een ander trefwoord:

uiterlijk (zn) :
schijn, voorkomen, aanzien, vorm, gezicht, gedaante, aanblik, aspect, buitenkant, gestalte, schors, aanzicht, uitzicht, aangezicht, exterieur, habitus, fysionomie, buitenzijde
gestalte (zn) :
voorkomen, aanzien, figuur, vorm, stal, gedaante, formaat, uiterlijk, grootte, verschijning, leest, postuur, silhouet, verschijningsvorm
vorm (zn) :
voorkomen, figuur, uitdrukking, stal, profiel, gedaante, uiterlijk, gestalte, verschijningsvorm, contouren
figuur (zn) :
bouw, vorm, gedaante, gestalte, postuur, lichaamsvorm
snee (zn) :
model, gedaante, pasvorm, snit
schim (zn) :
schaduw, gedaante

woordverbanden van ‘gedaante’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

figuur, gedaante, gestalte, vorm

In het algemeen kan men zeggen, dat figuur ziet op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in ruwe omtrekken, vorm op het uiterlijk voorkomen, zooals het zich in meer bepaalde omtrekken vertoont, terwijl bij gedaante en gestalte op alles wordt gelet, wat aan eene verschijning haar eigenaardig karakter verleent, en gedacht wordt aan de gezamenlijke lijnen, waardoor het beeld wordt gevormd. Vorm staat ook voor wijze van samenstelling (b.v. van contracten enz.), en in den pluralis voor de manier van zich voor te doen. Een man van vormen (een wellevend man).

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 170:

figuur, vorm, gedaante, gestalte

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c