moedeloos

als woordenboektrefwoord:

moedeloos:
bn. bw. (...zer, -t), zonder moed; ontmoedigd.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

moedeloos (bn) :
ontmoedigd, neerslachtig, mismoedig, terneergeslagen, versaagd

als synoniem van een ander trefwoord:

ontroostbaar (bn) :
diep bedroefd, wanhopig, moedeloos

woordverbanden van ‘moedeloos’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Door leed ter neer gedrukt. De mismoedige ziet in zijn toestand weinig licht, zoodat hij onverschillig is: de neerslachtige heeft de veerkracht van zijn geest verloren: de mistroostige is voor iederen troost ontoegankelijk; de moedelooze, evenals degene, die terneergeslagen is, heeft allen moed verloren; de eerste omdat hij geen herstel of uitweg meer ziet, de laatste omdat hij door zijn eigen toestand of door de omstandigheden niet tot opgewekt handelen in staat is. Moedeloos en neerslachtig geven een meer blij venden toestand te kennen dan mismoedig en terneergeslagen.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 189:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 429:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

moedeloos
hoopvol

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c