olijk

als woordenboektrefwoord:

olijk:
bn. bw. (-er, -st), leuk, guitig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

olijk (bn) :
leuk, ondeugend, guitig, koddig, schalks, schelmachtig

als synoniem van een ander trefwoord:

leuk (bn) :
prettig, lollig, enig, tof, vrolijk, geinig, vermakelijk, grappig, amusant, dolletjes, mieters, olijk, moppig
schalks (bn) :
ondeugend, plagerig, grappig, olijk, guitig, malicieus, schelmachtig, plagend, schelms, snaaks
guitig (bn) :
speels, ondeugend, olijk, schalk, schalks, petillant, kwajongensachtig, schelms, snaaks
ondeugend (bn) :
spottend, dartel, olijk, guitig, plaagziek, schalks, malicieus, schelms, snaaks

woordverbanden van ‘olijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 48:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c