periode

als woordenboektrefwoord:

periode:
v. (-n), tijdruimte; tijdperk; volzin.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

periode (zn) :
tijdperk, tijdvak, tijd, stadium, seizoen, episode, tijdsspanne, tijdruimte
periode (zn) :
tijdsduur, tijdsverloop, tijdsruimte, tijdsafstand
periode (zn) :
omloop, interval, kringloop, cyclus
periode (zn) :
omlooptijd
periode (zn) :
termijn
periode (zn) :
volzin
periode (zn) :
vlaag

als synoniem van een ander trefwoord:

duur (zn) :
tijd, lengte, periode, tijdsbestek, tijdsduur, termijn, anciënniteit, tijdsruimte
fase (zn) :
trap, periode, stadium, ontwikkelingstoestand, ontwikkelingsstadium
tijdsspanne (zn) :
tijd, periode, tijdsduur, tijdspanne, tijdsverloop, tijdsruimte
jaar (zn) :
bouwjaar, tijd, periode, zonnejaar, jubileumjaar, geboortejaar
stadium (zn) :
punt, tijdperk, trap, stap, periode, fase, ontwikkelingsstadium
tijdperk (zn) :
tijdvak, tijd, periode, stadium, era, tijdsgewricht
cyclus (zn) :
omloop, periode, kringloop, rondgang, kringproces
tijdsbestek (zn) :
tijd, periode, tijdsduur, tijdspanne, tijdruimte
termijn (zn) :
periode, term, tijdsverloop, tijdruimte
tijd (zn) :
tijdperk, tijdvak, periode, eeuw, era
eeuw (zn) :
tijdperk, tijdvak, tijd, periode
tijdruimte (zn) :
periode, term, termijn
trek (zn) :
periode, poos, tijdje

woordverbanden van ‘periode’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c