pesten

als woordenboektrefwoord:

pesten:
(pestte, gepest), het land opjagen, treiteren, negeren.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pesten (ww) :
negeren, plagen, kwellen, treiteren, tergen, jennen, sarren, judassen, nijdassen, koeioneren
pesten (ww) :
dwarsbomen

als synoniem van een ander trefwoord:

kwellen (ww) :
verontrusten, martelen, plagen, pesten, dwars zitten, pijnigen, ergeren, hinderen, teisteren, tergen, benauwen, bestoken, folteren, sarren, bedroeven, judassen, geselen, prangen, tormenteren
dwarsbomen (ww) :
doorkruisen, pesten, tegenhouden, tegenwerken, verhinderen, belemmeren, saboteren, beletten, weerstreven
klieren (ww) :
vervelen, klooien, plagen, pesten, keten, etteren, donderjagen, de beest uithangen
plagen (ww) :
voeren, stangen, donderen, pesten, treiteren, sarren, judassen
treiteren (ww) :
stangen, plagen, pesten, tergen, jennen, sarren, judassen
sarren (ww) :
plagen, pesten, kwellen, treiteren, tergen, jennen
jennen (ww) :
plagen, pesten, treiteren, sarren

woordverbanden van ‘pesten’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0022 c