wensen

als woordenboektrefwoord:

wensen:
(gewenst), verlangen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

wensen (ww) :
willen, verlangen, begeren, blieven, verhopen
wensen (ww) :
verwachten, nastreven, hopen, hunkeren
wensen (ww) :
toewensen, toebidden

als synoniem van een ander trefwoord:

verlangen (ww) :
zuchten, haken, willen, wensen, hunkeren, smachten, begeren, snakken, hongeren, reikhalzen, blieven
willen (ww) :
verwachten, van plan zijn, wensen, verlangen, moeten, begeren, motten, beogen, believen, blieven
hopen (ww) :
verwachten, willen, vertrouwen, wensen, rekenen op, uitzien, verhopen
nastreven (ww) :
wensen, zoeken, begeren, trachten, ambiëren, beogen
begeren (ww) :
streven naar, wensen, verlangen, belust zijn
verkiezen (ww) :
wensen, kiezen, liever hebben, prefereren
verwachten (ww) :
willen, wensen, verlangen, vragen, vergen

woordverbanden van ‘wensen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Zijn gemoed op iets richten. Wenschen is het zwakst van kracht. Die iets wenscht is in het onzekere, of hij het ooit zal kunnen verwerven, hetzij omdat hij er niet ernstig naar wil streven, hetzij omdat de verwezenlijking van den wensch tot het onzekere of tot het onmogelijke behoort. Begeeren is sterker, en drukt tevens het streven uit, naar verwezenlijking van hetgeen men zich voorstelt. Verlangen is begeeren, soms met het bijbegrip van aanspraak hebbend op de vervulling der begeerte, hetzij te recht of ten onrechte. Verlangen naar iets is met begeerte uitzien naar het oogenblik, dat onze voorstelling vervuld zal worden, of waarop iets, wat in de toekomst is, tot werkelijkheid zal worden. Haken naar drukt een zeer sterk verlangen uit; reikhalzen geeft dit nog sterker te kennen, men rekt zich als 't ware uit ten einde het eerder te bereiken. Aan smachten, dat de sterkste uitdrukking is, verbindt zich het denkbeeld van dorst naar iets. Dorsten naar iets wordt dan ook als synoniem hiervan gebruikt. Men wenscht met zijn werk reeds gereed te zijn, wanneer men een vervelenden arbeid begint. Men wenschte iets niet gedaan te hebhen, ofschoon men zeer goed weet, dat het gedane niet ongedaan kan worden gemaakt. Men kan wel wenschen een hoogen ouderdom te bereiken, doch men kan. het niet verlangen. Men moet niet meer begeeren, dan men kan verteren. De knaap verlangt naar de vacantie. Ik verlang er naar, dat gij komt. Ik reikhals naar uwe komst. Zij smachtte naar het uur, dat hare ketens zou verbreken. De man dorstte naar roem en naar geld.

hopen, wensen

Wenschen is het uiten van een verlangen naar, hopen het met zekere mate van vertrouwen verwachten van iets goeds of begeerlijks. Ik wenschte rijk te zijn om veel te kunnen reizen, maar ik hoop nog eens zooveel over te sparen, dat ik een reisje naar Italië kan doen. Vgl. begeeren.

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

Gaarne in het bezit of genot van iets komen.

Begeeren zegt, dat men naar dat bezit of genot vrij sterk streeft: Gij zult niet begeeren uws naasten huis . Verlangen heeft de bijgedachte, dat iets nog ver is, en dus op dit oogenblik nog niet vervuld kan worden (langen is: naar iets reiken): hij verlangt er nu reeds naar, om naar 't vaderland terug te keeren. (Zie ook een andere beteekenis in eisen.) Wenschen is: iets gaarne willen hebben, zonder te weten of de vervulling wel mogelijk is: hij wenscht in het vaderland te sterven. Smachten is zeer sterk verlangen, zoodat het min of meer onaangenaam valt, evenals iemand, die naar water smacht: Zij smachten naar het uur, waarop zij henensnellen (Tollens: Nova-Zembla); vandaar ook: smachten van verlangen. Haken is een sterk, soms overdreven, verlangen om iets naar zich toe te halen, als met een haak; hij haakt naar eer en roem. Reikhalzen is een min of meer ongeduldig sterk verlangen; het wachten valt bijna te lang (men rekt den hals uit om iets eerder te kunnen genieten): hij ziet reikhalzend naar uw komst uit.

Geeren is: op één punt uitloopen, hier: ons streven.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 241:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 109:

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 259:

hopen, hoop, wensen, wens

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c