blij

als woordenboektrefwoord:

blij, blijde:

bn. bw. (blijder, blijdst,) opgeruimd.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

blij (bn) :

opgewekt, opgeruimd, gelukkig, opgetogen, vrolijk, opgelucht, tevreden, verheugd, jolig, verblijd, blijmoedig, monter, blijde, vergenoegd, genotvol, genietend

blij (bn) :

aangenaam, vreugdevol, heuglijk

blij (bn) :

opgewekt, vrolijk, fris

als synoniem van een ander trefwoord:

vrolijk (bn) :

feestelijk, opgewekt, opgeruimd, speels, uitgelaten, levendig, optimistisch, blij, uitbundig, verheugd, vreugdevol, levenslustig, geanimeerd, jolig, lustig, joviaal, dartel, blijmoedig, monter, welgemoed, hups, blijhartig

opgewekt (bn) :

zonnig, opgeruimd, vrolijk, levendig, fris, blij, levenslustig, geanimeerd, goedgemutst, joviaal, blijmoedig, kwiek, monter, glunder, welgemoed, blijgeestig, tierig

gelukkig (bn) :

opgetogen, vrolijk, zalig, voldaan, tevreden, blij, gelukzalig, verheugd, vreugdevol, jolig, blijmoedig, monter, happy, genotvol, genietend

monter (bn) :

opgewekt, wakker, opgeruimd, gelukkig, vrolijk, fris, plezierig, blij, vreugdevol, jolig, blijmoedig, kwiek, genotvol

opgetogen (bn) :

dronken, enthousiast, blij, verheugd, triomfantelijk, verrukt, in zijn sas, extatisch, in de wolken

opgeruimd (bn) :

vrolijk, blij, joviaal, blijmoedig, goedgehumeurd, monter, blijgeestig, goedsmoeds

verheugd (bn) :

opgewekt, gelukkig, opgetogen, vrolijk, tevreden, blij, glunder

lustig (bn) :

opgewekt, vrolijk, levendig, blij, joviaal, dartel, fideel

blijmoedig (bn) :

opgewekt, opgeruimd, vrolijk, blij

heuglijk (bn) :

blij, verheugend, verblijdend

vergenoegd (bn) :

blij, glunderend

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

blij ≠

bedroefd, bedrukt, boos, chagrijnig, depressief, gemelijk, geprikkeld, humeurig, korzelig, kribbig, kwaad, melancholisch, mistroostig, neerslachtig, nijdig, somber, verdrietig, verstoord, zwaarmoedig

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites: