kelk

als woordenboektrefwoord:

kelk:
m. (-en), breed uitlopend glas of beker ; buitenste bloembekleedsel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kelk (zn) :
glas, bokaal, roemer
kelk (zn) :
beker

als synoniem van een ander trefwoord:

beker (zn) :
kop, mok, kelk, kroes, drinkkroes, drinkbeker, tumbler

woordverbanden van ‘kelk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Roemer noemt men een groot drinkglas; kelk een wijd uitloopend glas of beker. De kelk des nachtsmaals. Figuurlijk: de kelk des tijdens. Een beker is meer van metaal. Figuurlijk worden beker en kelk in dezelfde beteekenis gebruikt: den lijdensbeker drinken. Kroes, vroeger in gebruik naast kan en kruik, wordt tegenwoordig meest gezegd van een klein metalen bekertje, vooral voor kinderen; een schuimende kroes; een melkkroes.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 301:

kelk, romer

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0016 c