wekelijk

als woordenboektrefwoord:

wekelijk:
bn. bw. (-er, -st), zacht, teder ; verwijfd.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

slap (bn) :
plat, moe, zacht, lullig, slapjes, beroerd, lam, week, lens, vermoeid, lusteloos, mat, verslapt, flauw, sloom, machteloos, mild, zwak, krachteloos, lauw, laks, futloos, halfslachtig, lamlendig, nalatig, gammel, loom, paf, bloedeloos, gezapig, dweperig, murw, fleps, jansalieachtig, wekelijk
zacht (bn) :
week, mals, slap, smeuïg, pappig, mul, moesachtig, wekelijk, smijdig
delicaat (bn) :
gevoelig, fijn, zwak, teer, broos, wekelijk

woordverbanden van ‘wekelijk’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c