ploert

als woordenboektrefwoord:

ploert:
m. (-en), gemene kerel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

ploert (zn) :
rotzak, schurk, hufter, gemenerik, schoft, patjakker, hondsvot, loebas, filister, fielt

als synoniem van een ander trefwoord:

schurk (zn) :
oplichter, schavuit, bedrieger, boef, bandiet, slechterik, deugniet, schoft, loeder, ellendeling, smiecht, onverlaat, schobbejak, ploert, schelm, booswicht, snoodaard, spitsboef, galgenbrok, hondsvot, loebas, schoelje, fielt
schoft (zn) :
klootzak, bandiet, schurk, smeerlap, hufter, loeder, ellendeling, vlegel, rotvent, vlerk, ploert, proleet, schoelje, lorejas
fielt (zn) :
schurk, hufter, gemenerik, schoft, vlerk, ploert, schelm
mispunt (zn) :
ongeluk, kwal, lummel, secreet, ploert, lammeling
misbaksel (zn) :
monster, gedrocht, mispunt, ploert
hufter (zn) :
klootzak, schoft, ploert
lomperd (zn) :
vlegel, ploert
filister (zn) :
ploert

woordverbanden van ‘ploert’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.