als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘aankleden’ grafisch weergegeven
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Aankleeden en kleeden, beteekenen het aandoen der kleederen; aantrekken heeft altijd het object, de kleederen noodig; alleen dialectisch is zich aantrekken in gebruik, dat dan geheel gelijk in beteekenis met de beide andere is. Kleeden kan nog bovendien de beteekenis hebben van verschaffen van kleedingstukken, aankleeden sluit het aantrekken daarvan in zich. Ik zal mij vlug aankleeden en ga dan terstond mede. De dame ging zich kleeden. Hij heeft het arme weeskind gekleed en gevoed. De meid kleedt de kinderen aan.
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 28:
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0027 c