als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
als synoniem van een ander trefwoord:
woordverbanden van ‘afscheiden’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
Den samenhang verbreken. Bij scheiden (behalve in den zin van vertrekken) wordt gelet op de beide deelen, waarvan de samenhang verbroken wordt. Afscheiden is sterker; daarbij heeft men meer bepaald het oog op dat deel, hetwelk van het geheel afgenomen wordt. Ditzelfde geldt ook van afzonderen, doch met de bijbedoeling, dat het afgescheiden deel tot een bepaald doel afzonderlijk wordt gehouden. De schapen van de bokken scheiden. Van de zijnen afgescheiden , en geheel alleen onder vreemden, gevoelt hij zich volstrekt niet op zijn gemak. Wilt ge niet eene kleinigheid voor dat liefdadig doel afzonderen?
in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 128:
woorden met een verwante vorm:
bij andere sites:
debug info: 0.0024 c