branie

als woordenboektrefwoord:

branie, brani:
m. (-s), pochhans.
branie, brani:
bw. zich branie voelen, gewichtig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

branie (zn) :
opschepper, praatjesmaker, waaghals, bluffer, durfal
branie (zn) :
lef, drukte, bluf, kranigheid
branie (bn) :
moedig, dapper, kranig, parmantig
branie (bn) :
blufferig, branieachtig

als synoniem van een ander trefwoord:

opschepper (zn) :
poen, druktemaker, praatjesmaker, lefgozer, bluffer, branieschopper, windbuil, showbink, branie, banjer, pocher, snoever, ophakker, braniemaker, schreeuwlelijk, grootspreker, lawaaimaker, stoefer
lef (zn) :
durf, brutaliteit, opschepperij, moed, flinkheid, bravoure, branie, courage, guts, gotspe, vermetelheid, onversaagdheid, dapperheid, koenheid
durf (zn) :
brutaliteit, lef, moed, bravoure, branie, vermetelheid, stoutmoedigheid, manmoedigheid, kloekmoedigheid, heldhaftigheid, dapperheid
bluf (zn) :
opschepperij, grootspraak, dikdoenerij, branie, snoeverij, opsnijderij, ophakkerij, grootdoenerij
praatjesmaker (zn) :
opschepper, druktemaker, bluffer, windbuil, branie, fraseur, opsnijder

woordverbanden van ‘branie’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.