echec

als woordenboektrefwoord:

echec:
o. schade; nederlaag: echec lijden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

echec (zn) :
nederlaag, afgang, mislukking, fiasco, flop, miskleun, zeperd, sof, zeper

als synoniem van een ander trefwoord:

mislukking (zn) :
nederlaag, tegenspoed, failliet, misser, fiasco, bankroet, flop, misslag, debacle, sof, echec
zeper (zn) :
tegenvaller, mislukking, strop, fiasco, miskleun, zeperd, sof, echec
failliet (zn) :
ondergang, mislukking, deconfiture, breakdown, deficit, echec
fiasco (zn) :
afgang, mislukking, flop, miskleun, debacle, sof, zeper, echec
flop (zn) :
afgang, mislukking, misser, fiasco, sof, zeper, echec
falen (zn) :
mislukking, misser, echec
nederlaag (zn) :
val, mislukking, echec

woordverbanden van ‘echec’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

echec
succes

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0052 c