fraudeur

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

fraudeur (zn) :
oplichter, bedrieger, knoeier, zwendelaar

als synoniem van een ander trefwoord:

bedrieger (zn) :
oplichter, afzetter, schurk, vervalser, valsspeler, kwakzalver, fraudeur, draaier, knoeier, zwendelaar, fopper, defraudant, tweezak, slingeraar, knopendraaier, mystificateur, misleider, ladelichter, bedotter, verlakker, fielt

woordverbanden van ‘fraudeur’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.004 c