gonzen

als woordenboektrefwoord:

gonzen:
(gegonsd), een dof gebrom maken ; suizen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gonzen (ww) :
brommen, zoemen, snorren, suizen, ronken, ruisen, roezemoezen
gonzen (ww) :
neuriën

als synoniem van een ander trefwoord:

ronken (ww) :
snurken, snuiven, snorren, gonzen, snorken
zoemen (ww) :
brommen, snorren, gonzen
brommen (ww) :
grommen, gonzen

woordverbanden van ‘gonzen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Eigenlijk duiden deze woorden het onaangename geluid aan, dat door sommige dieren wordt voortgebracht. De roerdomp en de bromvlieg brommen; de muggen gonzen; het varken knort; de beer bromt of gromt. Overdrachtelijk wordt brommen gezegd van een onmelodieus geluid van muziekinstrumenten of 't geluid van zware klokken; alle woorden, behalve gonzen, van den onaan-genamen klank, dien de menschelijke stem bij ontevredenheid of toorn aanneemt. Hij bromt (gromt of knort) ook altijd.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0019 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.