hinderpaal

als woordenboektrefwoord:

hinderpaal:
m. (...palen), beletsel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hinderpaal (zn) :
hindernis, obstakel, belemmering, beletsel

als synoniem van een ander trefwoord:

belemmering (zn) :
struikelblok, hinder, rem, storing, handicap, hindernis, bezwaar, hobbel, obstakel, drempel, barrière, versperring, obstructie, remming, beletsel, hinderpaal, sta-in-de-weg, ontmoediging, beteugeling, afschrikmiddel, verhindering, struikelsteen, impediment
beletsel (zn) :
hinder, struikelblok, storing, probleem, handicap, hindernis, bezwaar, obstakel, belemmering, versperring, obstructie, remming, hinderpaal, verhindering, sta-in-de-weg, beteugeling, ontmoediging, struikelsteen, impediment
nadeel (zn) :
schade, verlies, last, handicap, tegenvaller, min, bezwaar, letsel, afbreuk, keerzijde, minpunt, schaduwzijde, strop, hinderpaal, keerzij, schaduwkant, drawback, onvoordeligheid, ongunstigheid, detriment
hindernis (zn) :
struikelblok, rem, moeilijkheid, handicap, hobbel, obstakel, belemmering, drempel, barrière, horde, versperring, beletsel, klip, hinderpaal, verhindering, sta-in-de-weg, struikelsteen, impediment
bezwaar (zn) :
ongemak, moeilijkheid, belemmering, nadeel, schaduwzijde, beletsel, grief, hinderpaal, inconveniënt
obstakel (zn) :
struikelblok, hindernis, belemmering, tegenstand, barrière, beletsel, hinderpaal, sta-in-de-weg
probleem (zn) :
geval, punt, complicatie, moeilijkheid, dilemma, kwestie, beletsel, hinderpaal, probleemgeval
klip (zn) :
moeilijkheid, hindernis, gevaar, hinderpaal

woordverbanden van ‘hinderpaal’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Hetgeen de uitvoering onzer oogmerken of plannen bemoeilijkt. Belemmering, verhindering is de daad van belemmeren of verhinderen; bij het eerste denkt men alleen aan iets, dat het moeilijk maakt om tot het doel te komen; bij het laatste aan iets, dat het noodzakelijk maakt de uitvoering van het plan op te geven; hindernis (ook verhindering en belemmering) hetgeen oponthoud teweegbrengt, en bij onvoldoende kracht belet om tot het doel te komen (eene harddraverij met hindernissen). Hinderpaal is eigenlijk een paal, die in den weg staat; figuurlijk, alles wat de uitvoering van iets bemoeilijkt (hinderpalen uit den weg ruimen); beletsel hetgeen, zoolang het bestaat, de verrichting onmogelijk maakt (een beletsel om uit te gaan). Belet ziet uitsluitend op de verhindering om iemands bezoek af te wachten. Belet vragen is dus eene verkorting voor: vragen of er ook belet is. (Zie ook belemmeren.)

bezwaar, moeilijkheid, hinderpaal

De hindernis, die het bereiken van zeker doel in den weg staat. Bezwaar en moeilijkheid doen beide uitkomen de groote mate van krachtsinspanning, die noodig is om tot een doel te komen; hinderpaal zet meer op den voorgrond, dat hetgeen ons in den weg staat,ons verhindert het doel te bereiken. Bij bezwaar heeft men meer het oog op den last, die het voortgaan bemoeilijkt, terwijl moeilijkheid meer slaat op de hindernissen, waarmede men heeft te kampen en die men te boven moet komen, wil men slagen. Moeilijkheden zijn meer in het werk zelf of in den weg, die naar het doel voert, gelegen; bezwaren worden meer in den weg gelegd. Een hinderpaal uit den weg ruimen. Met moeilijkheden te kampen hebben. Een bezwaar is opgeheven.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 249:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c