kregel

als woordenboektrefwoord:

kregel, kregelig:
bn. bw. (-er, -st), knorrig ; verdrietig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

kregel (bn) :
geërgerd, geïrriteerd, driftig, prikkelbaar, weerbarstig, bits, wrevelig, korzelig, kittelorig

als synoniem van een ander trefwoord:

prikkelbaar (bn) :
knorrig, geprikkeld, ontvlambaar, lichtgeraakt, opvliegend, kribbig, kriegel, heetgebakerd, sensibel, wrevelig, korzelig, kregelig, irritabel, kregel, sanguinisch, kittelorig, susceptibel, krikkel
knorrig (bn) :
humeurig, geïrriteerd, ontevreden, prikkelbaar, mopperig, nors, brommerig, chagrijnig, narrig, wrevelig, korzelig, kniezerig, nurks, brommig, kregel, gemelijk, morose
wrevelig (bn) :
knorrig, grimmig, geërgerd, verbitterd, boos, geïrriteerd, nijdig, ontstemd, bits, nors, kribbig, chagrijnig, gallisch, korzelig, kniezerig, kregel, misnoegd
korzelig (bn) :
humeurig, knorrig, lichtgeraakt, prikkelbaar, kortaf, ontstemd, nors, kribbig, kregel, gemelijk, krikkel
boos (bn) :
onhandelbaar, bars, kregel

woordverbanden van ‘kregel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 0:

kribbig, kregel

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0036 c