plegen

als woordenboektrefwoord:

plegen:
(placht), gewoon zijn.
plegen:
(gepleegd), bedrijven, begaan; verplegen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

plegen (ww) :
bedrijven, begaan, verrichten, doen
plegen (ww) :
gewoonlijk zijn
plegen (ww) :
gewoon zijn
plegen (ww) :
begaan

als synoniem van een ander trefwoord:

doen (ww) :
gedragen, uitvoeren, handelen, optreden, bedrijven, beoefenen, maken, begaan, plegen, verrichten, realiseren, vervullen, bewerken, flikken, betrachten, bewerkstelligen, uitrichten, bezigen, effectueren, zich gedragen
verrichten (ww) :
uitvoeren, handelen, uitwerken, volbrengen, bedrijven, plegen, doen, bewerkstelligen, uitoefenen, uitrichten
bedrijven (ww) :
aanrichten, begaan, plegen, verrichten, doen, uitrichten
begaan (ww) :
plegen

woordverbanden van ‘plegen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

begaan, plegen

Iets verkeerds bedrijven. Het tweede is sterker dan het eerste, en veronderstelt opzet. Men begaat een misslag. Men pleegt een misdrijf.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 241:

begaan, plegen

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 1:

oefenen, plegen

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 396:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c