strak

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

strak (bn) :
eng, onveranderlijk, vast, spannend, nauw, gespannen, krap, onbuigzaam, onbeweeglijk
strak (bn) :
recht, doordringend, streng, straf, stroef, stijf, stug, star, rigide
strak (bn) :
afgemeten, streng, strikt, terughoudend
strak (bn) :
onbewogen
strak (bn) :
effen

als synoniem van een ander trefwoord:

onbuigzaam (bn) :
koppig, ongevoelig, streng, strak, hardnekkig, niet flexibel, stijf, onhandelbaar, onverzettelijk, stug, steil, hardvochtig, star, onvermurwbaar, spijkerhard, inflexibel, onbuigbaar, ontoegevend, compromisloos
onveranderlijk (bn) :
strak, vast, geregeld, gelijkmatig, onherroepelijk, constant, bestendig, onwrikbaar, steevast, onwankelbaar, stereotiep, onverwisselbaar, onveranderbaar, non-variant, invariabel, invariant
onbewogen (bn) :
hard, ongevoelig, ijskoud, strak, koel, koud, emotieloos, koelbloedig, wreed, onverschillig, meedogenloos, onberoerd, afgestompt, onaangedaan, cool
onbewogen (bn) :
kalm, rustig, strak, ongestoord, roerloos, onverstoorbaar, vreedzaam, bedaard, ongeroerd, effen, onaandoenlijk, flegmatiek, onverstoord
star (bn) :
streng, strak, vast, bekrompen, stijf, conservatief, onbuigzaam, onbeweeglijk, intolerant, steil, rigide, verstard, cataleptisch
streng (bn) :
stipt, strak, straf, scherp, strikt, overtuigd, traditioneel, kras, stellig, consequent, rigide, rigoureus, gestreng, strengelijk
effen (bn) :
plat, glad, strak, gelijkmatig, egaal, uitgestreken, vlak, gelijk, even, uni, uitdrukkingsloos, rimpelloos
stijf (bn) :
stevig, hard, strak, straf, vast, onbuigzaam, stug, verstijfd, star, rigide, stram, cataleptisch, strammig
onbeweeglijk (bn) :
strak, vast, roerloos, stokstijf, onwrikbaar, pal, immobiel, onbeweegbaar, bewegingloos
stug (bn) :
taai, strak, straf, stroef, stijf, onbuigzaam, star, rigide, stram, weerspannig
rigide (bn) :
strak, stijf, stug, verstijfd, verstrakt
uitgestreken (bn) :
onbewogen, strak, schijnheilig, effen
nauw (bn) :
eng, strak, krap, smal, nauwsluitend
stram (bn) :
moeizaam, strak, stijf, houterig
krap (bn) :
klein, strak, nauw, smal
eng (bn) :
strak, nauw, smal
straf (bn) :
strak, stijf
spannend (bn) :
strak

woordverbanden van ‘strak’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

strak
bedrijvig, beweeglijk, onrustig, ruim, rusteloos, slap, woelig

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
bijwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c