warm

als woordenboektrefwoord:

warm:

bn. (-er, -st), een weinig heet; niet koud of koel.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

warm (bn) :

zonnig, om te stikken, drukkend, heet, zwoel, lauw, loeiwarm

warm (bn) :

welgemeend, hartelijk, innig, warmhartig

warm (bn) :

hevig, heftig, geestdriftig

als synoniem van een ander trefwoord:

hartelijk (bn) :

gastvrij, oprecht, sympathiek, warm, diep, vriendschappelijk, vriendelijk, welgemeend, gezellig, gul, innig, joviaal, amicaal, warmhartig, cordiaal

heftig (bn) :

verhit, warm, heet, driftig, hartstochtelijk, razend, opvliegend, gewelddadig, hectisch, onstuimig, violent, virulent

innig (bn) :

oprecht, hevig, zeer, intiem, warm, diep, nauw, vurig, liefdevol, warmhartig, diepgevoeld

heet (bn) :

pikant, gloeiend, brandend, zeer warm, warm, scherp, gepeperd, hot, verzengend

diep (bn) :

zwaar, warm, laag, donker, bronzen, dof, sonoor

broeierig (bn) :

drukkend, warm, zwoel, verstikkend, broeiig

zwoel (bn) :

zacht, drukkend, warm, broeierig, zoel

woordverbanden van ‘warm’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

in Keur van Nederlandsche Synoniemen (1922):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 239:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

warm ≠

effen, fris, ijskoud, ijzig, kil, koel, koud, steenkoud

zie ook:

bij andere sites: