zuigen

als woordenboektrefwoord:

zuigen:
(zoog, gezogen).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

zuigen (ww) :
sabbelen, afzuigen, lurken, tutteren, zabbelen, zabberen
zuigen (ww) :
treiteren, jennen, sarren
zuigen (ww) :
stofzuigen
zuigen (ww) :
opzuigen
zuigen (ww) :
drinken

als synoniem van een ander trefwoord:

schoonmaken (ww) :
afvegen, afnemen, zuiveren, wassen, spoelen, leeghalen, ontsmetten, zuigen, afspoelen, reinigen, stoffen, poetsen, boenen, schuren, afdoen, vegen, afbijten, uitmesten, schrobben, opschonen, uitbaggeren, kuisen, opkuisen, afborstelen, vagen
drinken (ww) :
slurpen, zuigen, absorberen, opslokken, nippen, lebberen, opslorpen
trekken (ww) :
zuigen, hijsen

woordverbanden van ‘zuigen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

zuigen, lurken, sabbelen

Vocht naar zich toehalen door beweging der opgezette lippen. Zuigen is hiervoor de algemeene uitdrukking. Sabbelen (of zabbelen) noemt men het, wanneer de lippen hierbij sterk bewogen worden en er daardoor vocht uit den mond loopt. Lurken slaat meer op het geluid, dat het halen van het vocht maakt, en wordt vooral van het met kleine teugen zuigen van kleine kinderen gezegd.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0021 c