orde

als woordenboektrefwoord:

orde:
v. (-n), rang; regeling; regelmatigheid ; afdeling ener dier klasse ; vereniging van personen, door regelen en wetten verbonden ; bouworde, stijl; ridderteken.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

orde (zn) :
norm, rust, regelmaat, netheid, discipline, tucht
orde (zn) :
rangorde, volgorde, ordening
orde (zn) :
ordening, ordelijkheid
orde (zn) :
bouwstijl, bouworde
orde (zn) :
lintje, ordeteken
orde (zn) :
soort, klasse
orde (zn) :
stel

als synoniem van een ander trefwoord:

afdeling (zn) :
groep, sectie, verdeling, soort, rubriek, categorie, indeling, eenheid, klasse, onderdeel, vak, orde, patrouille, divisie, vertakking, geleding, onderafdeling
norm (zn) :
schaal, gedragsregel, regel, regelmaat, maat, graadmeter, standaard, orde, criterium, maatstaf, normering, richtsnoer, toetssteen, norma, gedragslijn
soort (zn) :
type, slag, categorie, aard, merk, orde, genre, specie, soortement
tucht (zn) :
dwang, regel, discipline, orde, gebondenheid
rang (zn) :
plaats, rij, orde, sliert, gelid, rist
discipline (zn) :
orde, tucht
stel (zn) :
stand, orde

woordverbanden van ‘orde’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

orde
chaos, disorde, wanorde

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord / bijwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0025 c